Binnenkort: het levensverhaal van captain, dpl commando, Arjen Töller †
Gepubliceerd: Dinsdag, 19 dec 2023
Hij gaf zichzelf nog langer de tijd. Achteraf bleek hij nog maar een kleine vijf weken te hebben. Ik mocht zijn levensverhaal optekenen.
Op 22 juli werd hij onder enorme belangstelling naar zijn laatste rustplaats begeleid.
Namens lichtingsploeg 92-4 nam Willem Bakhuys Roozeboom met onderstaande rede, afscheid van hun maat Arjen:
22 juli 2023
Vorige maand vertelde ik mijn zoon van 2 (volledig in de ban van zeerovers en piraten) over onze dienstmaat Töller, onze vriend Arjen. Dat hij kapitein is op zo’n reusachtig schip met wel 3 masten, waarmee hij de 7 zeeën over vaart en dat wij binnenkort samen gaan zeilen. Dat dat in zijn valkje zou zijn in plaats van op de Swaensborgh leek mij een oninteressant detail voor hem.
Het is er helaas niet meer van gekomen.
De Rucphense hei, ruim 30 jaar geleden.
Dag 1 van, naar men zegt, de zwaarste militaire training van Nederland. Ik kijk om mij heen. Tussen alle bikkels en beulen zie ik gelukkig 1 mannetje staan dat kleiner is dan ik. Een vriendelijk gezicht. Hij kijkt goed uit zijn ogen. Hij glimlacht rustig en zelfverzekerd als wij elkaar aankijken. Klaar voor wat komen gaat. Ik hoop dat hij het haalt.
24 tot 28 jaar.
De meest ideale leeftijd om de commando opleiding tot een goed einde te brengen. Töller (zijn voornaam kende ik nog niet) was 19.
3 maanden afzien waren begonnen. 4+8 weken waarin je mentaal en fysiek tot het uiterste gedreven wordt. Wie blijft overeind als de pijn ondraaglijk lijkt. Wie blijft optimistisch als de vermoeidheid uitzichtloos voelt. Wie moedigt anderen aan, wanneer hij zelf op zijn tandvlees loopt.
Een speedmars door het heuvel landschap van Marche-les-dames met volle bepakking. Voor een klein mannetje uit Kampen zouden wat langere benen en nóg net iets bredere schouders geen overdreven luxe zijn geweest. Maar het was allang duidelijk dat de sterkste spier bij Töller tussen zijn oren zat.
Moed, beleid, trouw, eer, trots. Karaktereigenschappen die Arjen blijkbaar al in zijn DNA had zitten. Het zorgde ervoor dat Cursist Töller na zo’n 90 dagen en een 200 km lange afmatting, samen met zijn ploeg, zijn eenheid, zijn trouwe maten de tranenpoort bereikt en zichzelf commando mag noemen. Trots kijk ik hem aan. We hebben het gehaald. Arjen - moe maar voldaan - glimlacht tevreden. Dankbaar dat hij dit had mogen meemaken.
Roosendaal, 3 weken geleden.
Er is weer een baret uitreiking. 21 mannen komen de poort binnen en krijgen zo hun groene baret. Mijn gedachte schiet naar Arjen, commando Töller en zijn gezin; Charissa, Boris, Romy, Hugo, meneer en mevrouw Töller en de familie en vrienden van Arjen. De afmatting van deze jongens zat er op. Die van jullie was net begonnen.
Wij hadden je zo graag ons tokkeltouw aangeboden, die warme mutsdas afgetrokken en je blaren verzorgd, maar wij konden niet veel meer dan in gedachte bij je zijn en onderling herinneringen ophalen. Over een kerel die in stormen overeind weet te blijven, koers weet te houden en optimistisch blijft. Ook zonder die lange benen van Reiniers of de beestachtige schouders van Butskop. Wat Arjen uitstraalt is iets wat wij allemaal nastreven. Geluk, tevreden- en dankbaarheid. Gelukkig met wat hij heeft. Dankbaar en tevreden voor wat hij heeft mogen meemaken. En gezegend met de mensen om hem heen.
Hij was toen een van de jongsten. En nu een van de eersten. Wat zit het leven toch onvoorspelbaar in elkaar. Woorden als pech, geluk en kansen heb ik de afgelopen weken meerdere keren zien terugkomen, in app-groepen waarin Arjen Töller met naam en stralende foto het onderwerp is. Het brengt ons als oude dienstmaten dichter bij elkaar dan ooit tevoren.
Noorwegen, ergens in het bos, precies 1 week geleden.
Vandaag 30 km gelopen. Terwijl ik mijn blaren afplak denk ik weer aan Arjen die vorig jaar nog 40 km liep, iedere dag, dagen achtereen, van Normandië naar Roosendaal. Wat een bikkel.
Mijn telefoon trilt kort. Het is gebeurd.
“Arjen is vanochtend heel rustig, thuis overleden”.
De regen huilt op mijn tentje.
Het was nog geen paar dagen daarvoor dat wij het bericht hadden gekregen dat de laatste mars van zijn Afmatting was ingezet. Een collectieve brok schoot in de keel van onze app-groep.
Maar tegelijkertijd wisten wij. Töller zou Töller niet zijn als hij zich niet haarfijn zou realiseren waar hij op af stevenden. Hij is in goed gezelschap. Zijn trouwste ploeg ploegt met hem mee. Dat stelt gerust. Hij heeft gevochten en geramd totdat remmen de betere optie werd. Daar is moed voor nodig, veel moed.
De laatste keer dat wij je zagen had je nog altijd dat open, rustige gezicht en die zelfverzekerde, vriendelijke glimlach. Je leek ons onbewust te willen troosten. Er voor ons te willen zijn. “Het is zoals het is, alles komt goed” zei je.
Daar was ‘ie dan, de tranenpoort aan het eind van de strijd. Het is voorbij, het is volbracht.
Töller, Arjen, maat, vriend, piratenkapitein … het ga je goed. Wij wensen je een behouden vaart.