Luitenant-generaal Jan Swillens is vanaf vandaag Commandant Landstrijdkrachten. Hij nam de functie over van zijn ranggenoot Martin Wijnen. Op ceremoniële wijze is vandaag afscheid genomen van de vertrekkende commandant en is zijn opvolger welkom geheten. De plechtigheid vond plaats op het Kasteel van Breda, thuisbasis van de Koninklijke Militaire Academie.
Wijnen is inmiddels begonnen als directeur-generaal Rijkswaterstaat. Tegen Swillens zei hij: “De landmacht zal met jou een uitstekende commandant hebben. En de middelen zijn er. Dat is maar goed ook, want de wereld ziet er compleet anders uit dan een aantal jaar geleden. Aan jou de uitdaging om de landmacht klaar te stomen voor de oorlogstaak. Dat is de realiteit. Het zal een hele klus zijn.”
Elke tegenstander afschrikken
Wijnen heeft als commandant van de landmacht een verandering in gang gezet. De landstrijdkrachten krijgen meer massa en vuurkracht. Daarmee moeten ze elke tegenstander afschrikken. Als het nodig is kunnen ze ook het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied verdedigen.
Ter illustratie daarvan was de ceremonielocatie omlijst met een groot aantal nieuwe en vernieuwde wapensystemen.
Creatieve manieren van optreden
Swillens liet weten verder te zullen bouwen op de plannen van zijn voorganger, met extra aandacht voor vernieuwing. Hij stelde dat de kern van oorlog niet verandert, maar de verschijningsvorm wel. Daarbij refereerde hij aan ontwikkelingen als bemande en onbemande systemen, data, cyber, en precisie. “Elk toekomstig conflict is anders en technologie gaat ons helpen. Dat betekent nieuwe creatieve manieren van optreden ontwikkelen.”
Sinds 13 juni 2019 was Swillens directeur van de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst. De vraag hoeveel tijd er is voor de vernieuwing kan hij ook met die ervaring niet beantwoorden. Maar: “Als we de opdracht krijgen, dan opereren we met wat we hebben. Samen met onze kameraden en internationale partners en inclusief onze reservisten. De focus is duidelijk, we hebben geen tijd te verliezen. We gaan voorwaarts.”
