Nieuwe parachutes voor Defensie Para School (DPS)
Bron: Ministerie van Defensie | Nieuwsbericht | 11-11-2022
Samen met Duitsland en België heeft Nederland enkele duizenden nieuwe parachutes en reserveparachutes aangekocht. De Defensie Para School (DPS) gebruikte de nieuwe systemen donderdag voor het eerst op de Belgische vliegbasis in Schaffen.
Voor het overgrote deel van de zestig springers van 11 Luchtmobiele Brigade, het Korps Mariniers en het Korps Commandotroepen is het hun eerste sprong, maar er is nog een unicum. De militairen springen namelijk voor het eerst met de nieuwe parachutes van de Defensie Para School. Nederland heeft duizend van deze Automatic Opening (AO)-valschermen aangekocht.
Eerste luitenant Sietse, commandant van de Instructiegroep AO: "Dit nieuwe systeem kan meer tillen dan ‘t vorige. Bij de oude parachutes lag het maximum op 160 kilo: nu kunnen we met 180 kilo springen. Dat betekent dat er bijvoorbeeld meer materiaal mee kan."
Cypres
Daarnaast is Nederland nu het eerste land binnen Europa dat is uitgerust met Cypres. Bij AO-sprongen (ook wel static line genoemd), opent het valscherm automatisch. Gebeurt dat niet, dan is er altijd nog de reservechute. "Maar, stel", vertelt Sietse, "iemand activeert om wat voor reden dan ook de reservechute niet uit zichzelf. Dan zorgt het computersysteem Cypres ervoor dat het reservevalscherm alsnog open schiet. Het zal geen zachte landing zijn, maar het kan iemands leven redden."
Dat is het belangrijkste van het nieuwe parachutesysteem, zegt hij: "Het is zo veilig en gebruiksvriendelijk als mogelijk."
Grotere interoperabiliteit
De parachutes werden door de drie landen samen aangekocht via de NATO Support and Procurement Agency (NSPA). “Dat biedt grote voordelen”, weet luitenant-kolonel Ron. De plaatsvervangend commandant van het Korps Commandotroepen was in zijn vorige functie bij Strategie en Plannen bij de Staf van het Commando Landstrijdkrachten, nauw betrokken bij de aankoop van de nieuwe parachutes.
“Door het systeem samen aan te schaffen voldoen we aan een bredere behoefte die speelde binnen de krijgsmachten van Europa. Daarnaast delen we het onderhoudscontract. België, Duitsland en Nederland werkten voorheen al nauw samen bij het opleiden en trainen op de verschillende parascholen. Een gedeeld parachutesysteem draagt bij aan de interoperabiliteit tussen onze landen.”